
28
Gebak op de bakplaat
Gistbroodje/-krans Boven- en
onderwarmte
3 170-190 0:30-0:40
Kerststol Boven- en
onderwarmte
3 160-180
1)
0:40-1:00
Brood (roggebrood)
-eerst
-dan
Boven- en
onderwarmte
1
250
1)
160-180
0:20
0:30-1:00
Roomsoezen/tompoezen Hetelucht 3 160-170
1)
0:15-0:30
Biscuitrol Boven- en
onderwarmte
3 180-200
1)
0:10-0:20
Kruimelgebak droog Hetelucht 3 150-160 0:20-0:40
Boter-/suikerkoek Boven- en
onderwarmte
3 190-210
1)
0:15-0:30
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Hetelucht 3 150 0:35-0:50
Vruchtentaart
(op gistdeeg/roerdeeg)
2)
Boven- en
onderwarmte
3 170 0:35-0:50
Vruchtentaart op zandtaart-
deeg
Boven- en
onderwarmte
3 170-190 0:40-1:20
Plaatkoek met kwetsbare
garnering (bijv. kwark, room,
puddingvulling)
Boven- en
onderwarmte
3 160-180 0:40-1:20
Pizza (met veel beleg)
2
Boven- en
onderwarmte
1 190-210
1)
0:30-1:00
Pizza (dun) Boven- en
onderwarmte
1 230-250
1)
0:10-0:25
Turks brood Boven- en
onderwarmte
1 250-270 0:08-0:15
Zwitsers fruitpuddinkje Boven- en
onderwarmte
1 200-220 0:35-0:50
Soort
gebak
Ovenfunctie
Inzet-
niveau
Tempera-
tuur °C
Tijd
uur: min.
Kommentare zu diesen Handbüchern